Ken je de dramadriehoek van Karpman?
Als je het niet bij naam kent, dan herken je toch vast wel de praktijk. Wie herkent (zich) niet in de Aanklager die zich nergens mee wil bemoeien maar wel alles beter weet, het nooit goed genoeg vindt en met een eindeloze stroom aan 'ik had al gezegd dat...' de energie uit werkelijk elke ontmoeting weet te zuigen? Of degene die iedereen komt Redden of de hulp nou nodig is, gevraagd wordt of gewenst is. De koffie is al ingeschonken voordat je zelf weet dat je er trek in hebt en de oplossingen liggen al voor je klaar nog voordat je je zin hebt afgemaakt. En dan het Slachtoffer... Wentel je eens heerlijk in het gevoel van het niet weten, niet kunnen, een ander nodig hebben, heel zielig zijn en de ander te bestoken met zoveel 'ja, maar' tot de honden er geen brood van lusten.
Overdreven? Zeker! Herkenbaar? Vast ook ;)
We doen dit allemaal van tijd tot tijd. De een meer dan de ander en in sommige situaties lijkt het wel een toneelstuk zoveel tijd wordt er doorgebracht in het Spel dat we met elkaar spelen. Echt contact is ver weg en 'het hebben waarover het echt gaat' is wel tien bruggen te ver. En toch bedoelen we het vaak zo goed.
De Redder wil oprecht de ander bijstaan, helpen, ondersteunen, advies geven én verliest daarbij helaas een belangrijke punt uit het oog: de ander kan zelf ook nadenken. Heeft de ander hulp nodig? Wat voor hulp zou dat dan zijn? Wat kan de ander zelf bedenken?
De Aanklager merkt op dat er belangrijke punten zijn die overwogen mogen worden, gevaren die gezien worden, risico's die op de loer liggen. Waardevolle informatie, terechte zorg én helaas wordt even vergeten dat die ander een kundig en capabel mens is.
Het Slachtoffer erkent dat hij slechts een mens is en niet alles kan en weet. Hij toont zich kwetsbaar en feilbaar. Helaas is het contact met de onmogelijkheden zo sterk dat de eigen kracht, capaciteiten en regie uit het oog worden verloren.
Daarnaast kan het ook nog zijn dat we wel aanwezig zijn, maar geen actieve rol pakken in het geheel. We zijn Omstander. Onze rol betekent dat we versterken wat er gebeurt. Betrokken ben je altijd.
Wat gebeurt er?
Als we in een van deze rollen duiken dan miskennen we een stuk van onszelf, de ander en de mogelijkheden. We maken ons groot en 'dwingen' de ander om zich klein te maken of we maken ons klein en 'dwingen' de ander groter te zijn. We denken dan niet meer helder na over wat in het hier en nu onze opties zijn als volwassen mens en het volwassen mens tegenover ons. We roepen de ander met ons gedrag op om een Spel te spelen waarin we allemaal zo onze favoriete rollen hebben. We zoeken onbewust iemand op die goed past bij die favoriete rol. Je hebt als redder ten slotte wel een slachtoffer nodig anders heb je niks te doen!
Heb je de ander zo gek dat hij meedoet, dan kun je dit lang volhouden. Zolang de ander in zijn rol blijft die zo lekker past bij die van jou, gaan we samen verder. Totdat er een moment komt dat die ander opeens een andere positie kiest. Als jouw Slachtoffer opeens verandert in een Aanklager en je voor de voeten gooit 'dat jouw hulp natuurlijk helemaal niet opschiet' dan sta je opeens in volle verwarring de ander aan te kijken. Vervolgens worden velen van ons dan boos, vallen terug aan en de ander duikt in elkaar en wordt Slachtoffer. Het einde van het liedje is dat je je allebei belazerd voelt. Je zit allebei in je eigen favoriete rotgevoel dat in je hoofd klinkt als 'zie je wel,....'
Deze interacties en varianten daarop kennen we helaas allemaal, ze zijn vreselijk vermoeiend en toch blijven we het doen. Waarom?
Waarom doen we dit eigenlijk?
De korte versie: we stappen de dramadriehoek in omdat het ons iets oplevert, namelijk erkenning van ons bestaan. Gezien en gehoord worden (of dat voelen vooral) is onontbeerlijk voor ons mensen. Liever negatieve aandacht dan geen aandacht. Die uitdrukking heb je vast wel eens gehoord. Als je niet goed weet hoe je op een 'gezonde' manier verbinding maakt met anderen dan doe je dit op een minder gezonde manier. Bijvoorbeeld door te klagen, je onmisbaar te maken, iedereen te helpen, je overal mee te bemoeien.
Maar hoe dan wel?
De gezonde manier van erkenning verzamelen voor ons bestaan heeft te maken met autonomie: bewust aanwezig zijn in het hier en nu, de mogelijkheid hebben om te kiezen voor het gedrag dat je wilt inzetten, je authentiek gedragen (gedrag dat past en hoort bij jou én je daar oké bij voelen), verbinding kunnen en durven maken met jezelf en anderen, aanspreekbaar zijn op het gedrag dat je vertoont.
Als het lukt om vanuit die kenmerken van autonomie te handelen dan kunnen assertief, ondersteunend en kwetsbaar zijn in het contact met onszelf of de ander. We kunnen aangeven wat we nodig hebben, een ander ondersteunen op een manier die de autonomie van de ander en onszelf niet schaadt en we kunnen delen wat er in onszelf gebeurt en horen wat de ander ervaart zonder weg te schrikken van de verbinding die dit gedrag oproept. We kunnen werkelijk nabij zijn aan onszelf en de ander.
Bron:
Afbeeldingen: TA Academie
Theorie: mijn studieboeken voor mijn opleiding aan de TA Academie; o.a. Thunnissen, M. & Graaf, I.J.A. de (2013). Leerboek Transactionele Analyse. Utrecht: De Tijdstroom.
Comments